Nigel zoekt in de vroege woestijnen en bossen van Mongolië naar Therizinosaurus, die enorme en zeer lange klauwen heeft. Op zijn reis snelt Nigel over een broedgebied van Protoceratops naar een bos geregeerd door Velociraptor en vervolgens in het pad van een Tarbosaurus. Hij vindt ook een Mononykus en ontdekt dat ze veren hebben. Bij een waterpoel vindt hij een roedel Velociraptor die op hem jaagt. Nadat hij terugkeert naar de waterpoel (ontsnapt aan de roofvogels met behulp van een misthoorn), ziet hij een Therizinosaurus een hongerige Tarbosaurus afweren met zijn formidabele klauwen. Nigel ontdekt dan dat Therizinosaurus een herbivoor is die zijn sikkelklauwen gebruikt om takken van bomen en struiken naar zijn mond te haken.
